André Piters
18.720
Minuten
56
Doelpunten
3
Trofeeën
« Je moet André Piters niet vergelijken met Garrincha, maar hij is bij mijn weten de enige die de spontaniteit heeft van de Brazilianen. »
– Jean Vincent, ex-international en coach FC Nantes
Wanneer de Rouches op 10 mei 1951 vriendschappelijk uitkomen in Engeland tegen Portsmouth steelt een 21-jarige tester uit Herve de show. Ondanks een 4:1 nederlaag is iedereen laaiend enthousiast over die pocket aanvaller bij de bezoekers uit Luik. « Portsmouth had een sterk elftal met ondermeer Harris (nvdr. 194 goals in 479 wedstrijden) en Dickinson (nvdr. MBE en 764 wedstrijden voor Portsmouth), maar tijdens die eerste helft scoorde ik wellicht het mooiste doelpunt in mijn ganse carrière: een omhaal vanop dertig meter. », glimlacht André Piters. « Na de wedstrijd wou ik mijn medespelers trakteren, maar gezien ik als jongere krap bij kas zat, vroeg ik aan de voorzitter of hij me geld kon voorschieten. “Wat, is het geld dat ik je gaf reeds op?”, antwoordde Rassart terwijl ik aan het eten was. “Eet jij je spinazie maar verder op … Popeye.” » Een naam die hem niet meer zou loslaten.
Geboren uit een mijnwerkersfamilie in 1931 in Herve, is hij de derde in een familie met zes kinderen. De immer actieve André sloot zich aan bij het plaatselijke Royal Herve Football Club op 12-jarige leeftijd. Vijf jaar later maakte hij reeds zijn debuut in het eerste elftal. Een debuut dat trouwens kon tellen, want tegen F.C. Niel scoorde hij de vier doelpunten in de 4:2 overwinning. Terwijl hij zijn militaire dienst doet in Bressoux wordt hij door de Rouches uitgenodigd om mee af te reizen naar Engeland voor enkele oefenwedstrijden, en komt het tot een definitieve transfer voor 12.500 euro.
André Piters kwam terecht in een elftal met onder andere Guy Thys, maar ook andere Hall of Fame spelers zoals Fernand Massay, Denis Houf en Jean Mathonet. Ondanks het zichtbare talent in de groep, liep het eerst niet heel vlot. De eerste twee à drie seizoenen werd zijn rol beperkt tot luxe invaller en kwam het bijna tot een transfer naar FC Sérésien dat toen in derde uitkwam. « Ik herinner me nog dat ik tegen de afgevaardigden van Seraing zei dat ik geen derdeklasse-speler was, maar een toekomstig international. », lacht Popeye. « Ik kan me inbeelden wat zij gedacht moeten hebben van dat broekventje dat vaker met de reserven speelde dan met het eerste elftal. Maar voor mij was het wel het signaal om die zomer keihard te werken. » En de echte doorbraak van Piters in 1954 luidde tevens de doorbraak in van Standard. Gedaan met het gevecht tegen degradatie in de naoorlogse periode. Met zijn spitsbroeders Givard, Jadot, Houf en Mathonet wint hij onder leiding van André Riou de beker (1953-1954) en later met Geza Kalocsai twee titels (1957-1958 en 1960-1961).
« Mijn mooiste herinnering is gelinkt aan de meest onwaarschijnlijke goal die ik scoorde tegen AA Gent. De Buffalos konden toen rekenen op maar liefst 7 internationals en stelden een bijzonder competitief elftal op. Bij een 1:2 voorsprong (nvdr. Met twee doelpunten van Piters), kreeg ik de bal toegespeeld op onze helft. Na zeven à acht spelers te hebben gedribbeld, en onder druk van het publiek, was ik van plan om een voorzet geven. Maar op het laatste moment maakte ik plots een schijnbeweging en kwam zo oog in oog te staan met de indrukwekkende doelman Seghers. Ik maakte aanstalte om de bal breed te spelen en zette hem op het verkeerde been. Na dat doelpunt kwamen vier Gent-spelers naar me toe om me te feliciteren. Het ganse publiek was enthousiast over mijn doelpunt. », glundert de ‘Tahamata van de jaren vijftig’.
Het woelwater dat Piters is zorgde er ook wel voor dat het niet met iedereen klikte. Vooral met de autoritaire Kalocsai botste het voortdurend: de artiest tegen de ijzeren hand, gedoemd om te clashen. « Ik herinner me nog de match in 1959 tegen Sporting Lissabon. Tijdens de rust trapte een enorm opgewonden Kalocsai de deur in, en valt mij aan: “Jij, mijnheer Piters, moet stoppen om als een gek eindeloos te blijven dribbelen. Indien ik je nog eens zie dribbelen haal ik je van het terrein”. Bij de start van de tweede helft, zeg ik nog tegen mezelf om de coach één maal plezier te doen. De wedstrijd is amper op gang gefloten wanneer ik de bal krijg toegespeeld. In mijn ooghoek zie ik iemand op de flank vrij staan, en ik aarzel dan ook niet en geef onmiddellijk een schitterende pass van 30 meter. Tot mijn grote verbazing volgt er geen enkele reactie van de speler, en ik wind me dan ook bijzonder op. Blijkt het toch wel de ijsverkoper te zijn die nog niet doorhad dat de match opnieuw begonnen was. », buldert André. De Rouches wonnen de wedstrijd met 3:0 en kwalificeerden zich voor de kwartfinales tegen het ongenaakbare Stade Reims. Na winst op Sclessin moesten de Rouches echter het onderspit delven in de terugmatch. « Dat blijft mijn slechtste herinnering, kijkt hij terug op die periode. Voor die terugwedstrijd besloot Kalocsai ons een mentale training te geven die langer duurde dan de wedstrijd. We waren volledig leeg toen we aan de match begonnen, en bij het eerste tegendoelpunt viel het kaartenhuisje uit elkaar. Het blijft ongelofelijk jammer want we hadden de finale kunnen halen. »
Het zou wel één van de weinige ontgoochelingen zijn in die periode. Zijn tienjarig verblijf op Sclessin rondt hij af met een titel waar hij een groot aandeel in had. Uiteindelijk klokt hij af op 56 doelpunten en ontelbare assists in 208 wedstrijden in officieel verband.
Na zijn periode op Sclessin trok Popeye richting Olympic Charleroi. « Ik bleef er twee seizoenen, en had er het genoegen om er met Rik Coppens te mogen spelen. Rik was voor mij de meest complete voetballer die toen in België rondliep: dribbelkont, sprongkracht, voetbalinzicht, hij had het allemaal, en was wellicht één van de beste aanvallers in de wereld. Het publiek was gek van ons. Rik de dribbelaar en ik met mijn schijnbewegingen. Telkens onze doelman de bal had riep Rik om hem naar mij te gooien. Hij wist dat ik drie man zou dribbelen en hem dan de bal op een schoteltje zou geven zodat hij kon scoren. Het was een fenomenaal mooie tijd. »
Het duo Coppens-Piters zou trouwens ook op internationaal vlak hogen ogen gooien. Op het WK, tegen IJsland, kreeg België bij een 6:1 tussenstand een penalty toegewezen. Rik zette zich achter de bal maar in plaats van naar doel te trappen gaf hij een kort pasje naar rechts waar Piters kwam aangelopen, en die de bal terug gaf aan Coppens. De ontredderde doelman wist niet meer waar kijken en voor hij goed wist wat er gebeurd was, kon hij de bal uit het net halen. Een dertigtal jaar later imiteerde een zekere Johan Cruyff de actie. Typischer kon de penalty niet zijn voor de twee artiesten. André zou uiteindelijk 23 keer opgeroepen worden bij de Rode Duivels, waarvoor hij 7 maal scoorde. Zijn internationaal debuut kwam er tegen Nederland in een derby der lage landen in april 1955. Verschillende blessures zorgden ervoor dat hij geregeld langs de kant moest blijven, waardoor zijn internationale carrière nooit volledig doorbrak.
In 1963 maakt hij de overstap naar het buitenland. « De vier seizoenen bij Fortuna Geelen zijn één fantastische herinnering. », vertelt hij na zijn carrière. « De directie van Geelen hadden een elftal samengesteld van ex-internationals. De gemiddelde leeftijd lag rond de 30 jaar, maar onze resultaten waren schitterend. We wonnen ondermeer de Nederlandse beker tegen Den Haag, getraind door een zekere Ernst Happel die later de Rouches zou leiden. » Sprekende over latere Standard-coaches, ploegmaat van Piters was een zekere Cor Van der Hart, die de Rouches zou trainen in de jaren 70. En dat hij zich in zijn sas voelde bij Fortuna is een understatement. “Op 35-jarige leeftijd speelt Piters als Stanley Matthews (nvdr. De Engelse international werd in 1956 verkozen tot Europees voetballer van het jaar) op het hoogtepunt van zijn carrière.”, titelt een Nederlands magazine na zijn zoveelste topwedstrijd.
Zijn carrière zou hij afsluiten op lager niveau als speler-trainer. Eerst bij FC Blegny met wie hij de promotie afdwong naar vierde klasse, en vervolgens Kelmis, Esneux, SRU Verviers om tenslotte te eindigen bij Blegny opnieuw waar hij nog speelde op 40-jarige leeftijd.
André ‘Popeye’ Piters werd 83 jaar, verliet ons in 2014 maar zijn reputatie leeft verder tot op de dag van vandaag.
(c) Marc Coudijzer – Mei 2020
Geboorte: 18 januari 1931, te Herve
Overlijden: 23 oktober 2014
Nationaliteit: België
Positie: Aanvaller
Aansluiting bij Standard: 11 augustus 1951 – 16 mei 1961
Trofeeën met Standard: 3 (2x Kampioen van België (1958, 1961), 1x Beker van België (1954)
Internationale wedstrijden / doelpunten: 23 / 7
Carrière
Jeugdopleiding
1944 – 1948
R. Herve F.C. (32)
A-kern
1948 – 1951
1951 – 1961
1961 – 1963
1963 – 1967
1967 – 1969
1969 – 1970
1970 – 1971
1971 – 1974
1974 – 1976
R. Herve F.C. (32)
Royal Standard Club Liégeois
R.O.C. Charleroi (246)
Fortuna Geelen (NDL)
R. Blegny F.C. (236)
R.F.C. Union La Calamine (526)
R. Esneux Sport (406)
S.R.U. Verviers (34)
R. Blegny F.C. (236)
Statistieken
Wedstrijden
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
194
8
–
6
Doelpunten
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
52
3
–
1