Asgeir Sigurvinsson

icon-matches

317

Wedstrijden

icon-minutes

27.961

Minuten

icon-ball

76

Doelpunten

icon-cup

2

Trofeeën

Ik ben zo trots en dankbaar dat ik verkozen werd door de IJslandse voetbalbond en de supporters tot beste voetballer allertijden. Zeker gezien de zware concurrentie. Het is ongelofelijk hoeveel topvoetballers ons klein landje heeft geproduceerd. De toekomst is meer dan rooskleurig.

– Ásgeir Sigurvinsson

In een tijd waarin eender welke geek verslaafd aan Football Manager, FIFA of PES toegang heeft tot de gegevens van zowat elke speler ter wereld, lijkt het vandaag de dag vanzelfsprekend dat een Belgische club een relatief onbekende IJslandse speler binnenhaalt. Nochtans had het huwelijk tussen Asgeir Sigurvinsson en Standard in 1973 meer de allures van een sprong in het duister. Een huwelijk dat trouwens bijna niet voltrokken werd aangezien Glasgow Rangers ook met een verliefde blik naar de rijzige middenvelder lonkte. Meer nog, de toekomstige beste IJslandse speler van de 20e eeuw, liep zelfs gedurende een maand stage bij de Schotse topclub.  « Hij heeft een zeker potentieel », luidde het bij de technische staff. Maar het zou uiteindelijk Standard worden waar hij zijn valies definitief zou neerzetten. Sigurvinsson had op dat moment reeds de beker gewonnen in eigen land met Vestmannaeyjar.

« De transfer werd afgesloten met de kleine club waar ik mijn opleiding genoot. Mede door het hoge transferbedrag (800.000 BEF of 20.000 euros), zeker voor een onbekende IJslandse voetballer. En bovendien nog steeds amateur! Behalve enkele Scandinavische clubs kwam niemand tot in onze contreien om een speler te scouten. En in Luik was er ook nog geen Académie Robert Louis-Dreyfus. Ik was nog kind toen ik in Luik arriveerde. Ik wist niets over België en nog minder over het lokale voetbal. In IJsland keken we enkel naar het Engelse kampioenschap.», herinnert Asgeir zich nog recentelijk. Bovendien was IJsland ook niet het ontwikkelde land dat het momenteel is.  « Om te bellen moest ik naar het postkantoor in het station van Guillemins. Daar werd dan een lijn aangevraagd naar IJsland, en een tweetal uur later had ik een verbinding. Allemaal moeilijk in te beelden vandaag…»

Ook het dagdagelijkse leven in Luik die eerste maanden staat mijlenver weg van de luxe die de huidige generatie kent. « De eerste maand verbleef ik op hotel nabij het treinstation van Guillemins, alvorens in een studio te trekken in het centrum van de stad. Ik had ook een kleine Volkswagen waarmee ik naar training trok. Die beginperiode was knap lastig want ik verstond geen Frans, en de Luikenaars geen Engels. In mijn thuisland was de hemel klaar, tewijl het in Luik dikwijls donker leek, voornamelijk door Cockerill. Nochtans heb ik er nooit aan gedacht om terug te keren. »

Op het terrein liep het wel beter, en zijn integratie ging vlot (en zorgde ervoor dat Wilfried Van Moer langzamerhand vervangen werd). Zijn debuut maakte hij in september 1973 op Beerschot, maar na 40 minuten werd hij geblesseerd vervangen en buiten strijd gedurende enkele weken. « Ik had last van de knie, en bij een bezoek aan een Antwerpse dokter kreeg ik een spuitje dat na een dag rust me van alle kwaaltjes zou afhelpen. Op het moment zelf moest ik daar hard om lachen, maar sinds dat moment had ik nooit last van de knie meer. » Zijn eerste doelpunt kwam er op 20 januari 1974 tegen… Beerschot.  « Sclessin onderging verschillende werken sinds mijn periode, maar vergeten doe ik het nooit. Die herinnering zit voor eeuwig in mijn hart. Wat een veldslagen ook tegen de rivalen uit Brussel, die toen zelfs Europese competities wonnen. Ik herinnering me nog een overwinning op Sclessin tegen Anderlecht waar de spelers tot 20 cm in de modder stonden, maar waar ik ook wel het enige doelpunt van de match scoorde! Ik moet die foto thuis nog ergens hebben liggen, ik met de armen de hoogte in, en Arie Haan en Gilbert Van Binst met bijzonder bedrukte gezichten. »

Zijn laatste goal kwam tevens op Sclessin: op 31 mei 1981 tegen Waterschei, in de terugwedstrijd van de halve finales van de Beker van België, die de Rouches uiteindelijk zouden winnen van Lokeren. Jammer genoeg moest Sigurvinsson die finale al na een vijftal minuten staken na een blessure, en zou hij daarna de club verlaten. Raymond Goethals, die het seizoen daarna de touwtjes in handen kreeg, wou de IJslander koppelen aan een zekere Arie Haan.

Naast de Belgische competitie speelde Asgeir ook op hoog niveau in de Europese campagnes, waar de Rouches het vaak moesten opnemen tegen clubs uit Oost-Europa en vooral Duitsland (oa tegen Dresden waar hij driemaal scoort). Het is dan wellicht ook geen toeval dat hij na Standard richting Beieren trekt om er Bayern München te versterken. « In mijn periode was de Bundesliga wellicht de sterkste competitie ter wereld. Gewoonweg mogen spelen in Duitsland was al een enorme bekroning. En sommigen van de matchen waren echt wel op het scherpst van de snee. Vooral tegen FC Keulen, dat leek wel een derby. Ik herinner me nog een uitsluiting van Michel Renquin, of de beenbreuk van Helmut Graf. Echte cadeaus kreeg je niet in Keulen. Later had ik dezelfde gewaarwordingen wanneer ik tegen Bayern uitkwam. Wellicht was ik wat rancuneus. »

Zijn verblijf in München was inderdaad een mislukking. De oude garde konden het niet aanvaarden dat een IJslander uit België hen de les kwam spellen.  « Na de winst tegen Lokeren in de bekerfinale bekwam Standard een overeenkomst met Bayern München voor de som van 25 miljoen BEF (650.000 euro), maar Roger Petit slaagde er nog in om een deel van mijn tekenpremie te laten doorstorten aan Standard. Indien Bayern niet was gepasseerd had ik waarschijnlijk mijn ganse carrière in Luik gespeeld. Roger Petit stelde me een verlenging voor van 5 seizoenen, nadat ik er acht jaar had op zitten. »

Het scheelde ook niet veel of Sigurvinsson was na enkele maanden terug in België te bewonderen, want de jonge manager John Cordier wou dat hij Mechelen zou komen versterken. Maar Bayern stelde zijn veto en uiteindelijk trokken Benfeld en Reisinger naar Mechelen. Asgeir op zijn beurt trok het jaar daarop naar Stuttgart, waar hij in 1984 de landstitel binnenhaalde.

Vandaag heeft hij, tesamen met vader en zoon Gudjohnsen, een academie in IJsland onder zijn hoede. Zijn voetbalhart ligt nog steeds in Sclessin en ook in Stuttgart. « In mei 2018 kwam ik na een drietal jaar nog eens naar België met mijn familie. Ik woonde de match tegen Club Brugge bij, en had het geluk veel van mijn ex-ploegmaats terug te zien. Sommigen waren al een pak grijzer dan ik (lacht). »

(c) Philippe Gerday, November 2018

Geboorte: 8 mei 1955, te Vestmannaeyjaer
Nationaliteit: IJsland
Positie: Middenvelder
Aangesloten bij Standard: 26 juli 1973 – 30 juni 1981
Trofeeën met Standard: 1x Beker van België (1981), 1x Ligabeker (1975)
Internationale selecties / doelpunten: 45 / 5

Carrière

Jeugdopleiding

1971 – 1973

I.B.V. Vestmannaeyjar

A-kern

1973 – 1981
1981 – 1982
1982 – 1990

Royal Standard Club Liégeois
F.C. Bayern München (DEU)
Vfb Stuttgart (DEU)

Statistieken

Wedstrijden

Belgisch Kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

250
26
13
28

Doelpunten

Belgisch Kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

57
8
3
8