Erwin Kostedde


7.036
Minuten

58
Doelpunten

3
Trofeeën
« Bij ons moet Erwin Kostedde niet meer lopen. Het is voldoende dat hij zich in de kleine rechthoek bevindt, en dan mag hij zelf scoren met zijn achterste.. »
– Rudi Assauer, coach Werder Bremen (1980)
Erwin Kostedde: de vervloekte pionier
In de geschiedenis van Standard blijft Erwin Kostedde onlosmakelijk verbonden met het winnen van de tripel in de periode 1969-70-71, onder leiding van de meest succesvolle coach van Standard, René Hauss. De Duitse aanvaller zou later, na enkele omzwervingen, nog wel terugkeren naar Sclessin, maar de fans blikken vooral met weemoed terug aan zijn eerste passage.
De inwoner van Münster (Rijn-Westfalen) past perfect in het rijtje van spelers die Roger Petit bijna vanuit het niets uit zijn hoed tovert. Het zijn spelers zoals Bernd Patzke, Harald Nickel en in zekere mate Heinz Gründel, die Standard als trampoline gebruiken om door de grote poort terug te keren naar de Bundesliga. En voor sommigen zelfs de doorbraak in het nationale elftal.
Voor Erwin Kostedde, een kind van het naoorlogse West-Duitsland, waren sportieve successen des te minder evident omdat één element hem onderscheidde van die andere jonge voetballers: zijn huidskleur. Als zoon van een GI die terugkeerde naar de Verenigde Staten en die hij nooit heeft gekend, moet Erwin opgroeien in een nogal conservatieve en … vooral blanke gemeenschap.
« In Münster was het simpelweg rondlopen in jeans genoeg om kritiek op te wekken, laat staan een andere huidskleur te hebben… » , vatte hij samen in een interview dat tien jaar geleden werd gegeven aan het Duitse maandblad 11Freunde (nvdr. het equivalent van SoFoot). « Na de oorlog waren we in Münster met z’n drieën uit een gemengde relatie, en we kenden elkaar allemaal. De eerste was een misdienaar en kwam om het leven bij een verkeersongeval na een begrafenis. De tweede verdronk in het Aa-meer. Van kinds af aan was ik bang dat ons een ongeluk of een vloek stond te wachten. »
Erwin Kostedde vond zijn weg met de bal. « Voor mij was er alleen voetbal. We hadden een team op school en ik was de beste. Je merkt het meteen – zelfs op tienjarige leeftijd. Ik was geen goede student en ik wilde ook niets leren, behalve aardrijkskunde. Ik droomde van Amerika… »
Zijn eerste stappen leiden hem logischerwijs naar clubs in Münster, Saksen en vervolgens naar Preussen. « Ik word vaak voorgesteld als goalscorer en ik scoorde er natuurlijk ook best veel. » , vervolgt hij. « Maar ik ben altijd blij geweest om deel te nemen aan het spel, om erbij betrokken te zijn. Natuurlijk moest je als aanvaller soms voorin blijven wachten op die ene bal, maar ik had altijd plezier als ik veel aan de bal was. En ik had de techniek ervoor, ik was zeker niet de snelste, maar voor een goede counter moet je vooral snel in je hoofd zijn. »
Onder de vleugels van voormalig international “Fifi” Gerritzen, gebruikt Erwin Kostedde hinkstapspringtechnieken om een bepaalde beweging te ontwikkelen, in Duitsland nog steeds bekend als de “Erwin Shuffle“. « Pippi was zelf een geweldige rechtsbuiten geweest. En ik accepteerde het destijds, ik oefende urenlang totdat ik het onder de knie had. Veel leden van het team hadden het al opgegeven… »
Met zijn goede prestaties in de Regionalliga met Preussen trok hij uiteindelijk de aandacht van MSV Duisburg, één van de betere clubs in het Rijnland, en stichterclub van de de Bundesliga. Zijn eerste ervaring met succes heeft een overweldigend effect. « Het begon daar heel goed. Ik kreeg uitstekende recensies. Men was extatisch over de “nieuwe Pelé“, omdat de pers geen andere referentie had met spelers met mijn huidskleur. Later werd ik ook wel de “zwarte bomber” genoemd naar analogie met Gerd Müller (nvdr. Der Bomber). Ik hield nooit van die uitdrukking maar ik werd nooit om een reactie gevraagd. Een journalist lanceerde het, en iedereen nam de referentie over. »
« In Duisburg namen we na training, zoals dat vroeger het geval was, samen een borrel. We stonden aan de toog, en de ene speler na de andere vertrok, en plots stond ik daar alleen. Maar wat maakt het uit ! Ik wou nog niet gaan slapen en dus feestte ik door en miste ik de daaropvolgende de training. Ik was gewoon te jong en alleen. Het succes steeg naar mijn hoofd en ik toerde door de cafés. Met mijn trainer Gyula Lorant was er bijgevolg aan hevige discussies geen gebrek. Dus nam ik een jaartje vrijaf en vluchtte ik in het hoogseizoen naar Amsterdam. Ik droomde van het officieuze kampioenschap in de Verenigde Staten, maar keerde uiteindelijk terug naar Duitsland. Het publiek aanvaardde me meteen en vergaf me alles. Ik had het beter kunnen doen in Duisburg en de mensen daar verdienden het. Dat ik de juiste weg ben ingeslagen, heeft me goed gedaan. »
Het rechte pad leidde Erwin Kostedde in 1968 naar Standard… maar naar Luik komen was een gans verhaal. « Ik stond op het punt me aan te sluiten bij Alemannia Aken. », vertelt hij. « Ik trainde al met de groep op op Tivoli wanneer ik ’s avonds door de stad wandelde. Plots stopt er een Mercedes naast me en sprongen er vier Joegoslaven (nvdr. inclusief manager Ljubo Barin) uit. ‘Ben jij Erwin Kostedde?’ – ‘Ja !’ – ‘Je kunt uitkomen voor Standard de Liège’. Ik knikte nee, want ik had net getekend bij Alemannia. Maar ze hielden vol: ‘Flauwe kul! Wat verdien je daar? In Luik ga je 80.000 mark (nvdr. 40,000 euro) per jaar verdienen!’ Excuseer? En ik pakte mijn paspoort en ging met hen mee de grens over. Ik zat een week ondergedoken in Knokke. Toen kreeg ik geld en ging ik op vakantie terwijl de directie van Alemannia Aken naar mij op zoek was. »
« Toen de twee clubs tot een akkoord kwamen, sloot ik aan op training in Sclessin. Tot mijn verbazing was het contract echter nog niet rond! De verzamelde raad van bestuur was aanwezig. Gelukkig had trainer René Hauss de beste bedoelingen met mij. Ik had weinig getraind en het ontbrak me aan conditie. Hij plaatste me in de zestien en liet Léon Semmeling, Belgisch international, vanop rechts, en Antal Nagy, Hongaars international, vanop links, de ene voorzet na de andere trappen. Van de tien leg ik er negen in het mandje. Iedereen was stomverbaasd, en toen ging ik terug mee naar het kantoor waar de onderhandelingen plaatsvonden en lag er 80.000 DM cash op tafel voor me…”
Bij Standard moet Erwin Kostedde het vertrek opvangen van Roger Claessen, die naar… Alemannia ging. « In Luik vond ik snel mijn draai. Je moet je ook voorstellen dat ik praktisch de enige speler in het team was die geen international was. Dat bestond toen nog niet in de Bundesliga, waar zoveel internationale voetballers in dezelfde kern zitten. Ik heb dus veel geleerd in België, vooral wat het betekent om profvoetballer te zijn. Milan Galic speelde er bijvoorbeeld ook en was een voorbeeld voor me. Uiteindelijk heb ik hem in het elftal vervangen, mede omdat hij was al wat ouder was. Maar ik heb enorm veel van hem geleerd. »
Zijn carrière in Luik begon met een knaller: een eerste doelpunt in zijn eerste officiële bekerwedstrijd op 1 september 1968 tegen Racing Gent (D3) en een week later een hattrick in zijn eerste competitiematch tegen Union (5-1), gevolgd door nog een doelpunt tijdens de verplaatsing naar Daring Club de Bruxelles. Gevangen door zijn alcoholdemonen ten gevolge van privéproblemen, is de rest van zijn seizoen grilliger. In november speelde hij de Luikse derby op Rocourt waar zijn landgenoot Rodekamp de show stal door in de 90e minuut het winnend doelpunt te scoren voor Club Luik, terwijl Kostedde wellicht overtuigd was dat zijn doelpunt in de 86e minuut het gelijkspel zou opleveren.
Na Nieuwjaar was hij uiteindelijk verscheidene weken afwezig omdat hij in het geheim door Roger Petit naar een afkickkliniek werd gestuurd. Hij zou terugkeren in april. Op het einde van het seizoen werd hij door zijn supporters op de schouders gedragen na de verplaatsing in Waregem op 17 april 1969 waar hij, naast het 2de doelpunt sinds zijn terugkeer, zijn eerste landstitel vierde met de Rouches. Hij nam uiteindelijk deel aan 15 van de 30 competitiewedstrijden en eindigde met zijn 11 doelpunten nog steeds in de top 15 van het topscorersklassement, gedomineerd door zijn teamgenoot Antal Nagy (20 goals).
Hij weigert zich tot Belg te laten naturaliseren
In 69-70 was zijn bijdrage zelfs nog beperkter met 10 optredens en 6 doelpunten in de competitie… waaronder vier doelpunten tegen Racing White. Hij onderscheidde zich wel in de beker door de kwalificatiegoal te scoren in Charleroi in de 102e minuur en zijn naam ging opnieuw de Duitse grens over door in Sclessin het enige doelpunt te scoren tegen Real Madrid. « Een doelpunt maken tegen Madrid is een onvergetelijke herinnering. » Een knieblessure berooft hem van de droom om met West-Duitsland het WK te spelen in Mexico. “De Belgische voetbalbond vroeg me ooit om te naturaliseren, maar ik weigerde. Ik was geobsedeerd door het dragen van de witte trui met de adelaar op mijn borst. Sommigen begrepen deze ambitie niet wegens mijn geschiedenis. »
Zijn derde seizoen is dat van de bekroning met 27 wedstrijden in eerste klasse en 26 doelpunten (in feite 27 maar zijn goal in Antwerpen werd geannuleerd na de forfaitscore die Standard was opgelegd omdat het te veel buitenlanders had opgesteld). Uiteindelijk zou hij in slechts zes wedstrijden niet tot scoren komen. Kostedde scoorde met name het enige Luikse doelpunt in het Astridpark, de 2-2 tijdens de belangrijke overwinning tegen Club Brugge op de Klokke en vooral de dubbel tegen Crossing voor de wedstrijd om de titel op 2 mei 1971 in Sclessin. En zelfs wanneer Roger Petit in de kolommen van Kicker beweert dat hij zijn contract met nog een jaar verlengde, keert Erwin Kostedde terug naar zijn land om … in tweede divisie te gaan spelen bij Kickers Offenbach, dat 800.000 DM betaalt (nvdr. zo’n 400.000 euro) om hem te repatriëren.
En in 1974 realiseert hij eindelijk zijn droom: nadat zijn goal werd verkozen tot doelpunt van het jaar, werd hij opgeroepen voor het nationale elftal voor een wedstrijd op 22 december in Malta, in het kader van de kwalificatie voor Euro 76. « We waren toen net na het WK 1974 toen Gerd Müller met pensioen ging. Voor het eerst droeg een gekleurde speler de trui van het nationale team. » Op zijn 75e verjaardag werd er een documentaire gewijd aan Erwin Kostedde. « Velen vertelden me dat ik gek was om te denken dat een kleurling ooit deel zou kunnen uitmaken van het Duitse nationale elftal. Ik ben er trots op dat ik dit bereikt heb en de weg heb vrijgemaakt voor anderen. Helaas heb ik slechts drie wedstrijden mogen spelen, en dan nog zonder een doelpunt te maken. De spelers van Bayern München of Mönchengladbach kenden elkaar goed en waren daardoor goed ingeburgerd en op elkaar ingespeeld. Er waren toen twee grote blokken. Helaas was dat niet genoeg om meer interlands te spelen. Het irriteert me nog steeds. Ik had graag meer willen spelen en doelpunten willen maken. »
Op 32-jarige leeftijd, na een mislukte ervaring bij Borussia Dortmund (waar supporters hem beledigden door hem een kolenzak te noemen), keerde hij in december 1978 terug naar Standard. Twee weken nadat hij Standard-Berchem had bezocht, speelde hij opnieuw op 17 december 1978 in Sclessin tegen Beveren (verlies via een doelpunt van Erwin… Albert). Hij moest wachten tot 11 maart 1979 om zijn eerste doelpunt te scoren in en tegen Lokeren. In 15 wedstrijden scoort hij 6 goals. Zijn laatste drie staan synoniem voor een overwinning in Charleroi, tegen RWDM (die de Rouches kwalificeren voor de UEFA Cup) en op het veld van kampioen Beveren. « Ik had graag bij Standard gebleven, maar de nieuwe coach Ernst Happel bracht Ralf Edström met hem mee. Ik begreep dat ik niet langer de eerste keuze zou zijn. »
Erwin Kostedde trok naar in Laval (waar hij topscorer werd in Ligue 1 met 21 doelpunten terwijl hij slechts één keer per week trainde in Frankrijk!) Daarna zakte hij af naar tweede klasse met Werder Bremen dat hij doet terugkeren naar eerste klasse om het daaropvolgende seizoen te kwalificeren voor Europees voetbal (81-82). « Op mijn leeftijd werd me net gevraagd om in de rechthoek te blijven. » Hij beëindigde zijn carrière bij Osnabrück, wat de transfer teveel was.
Zijn navoetbalse periode was veelbewogen. In het bijzonder verloor hij zijn geld in waardeloze investeringen waarbij hij geadviseerd werd door een gewetensloze makelaar. « Ik dacht dat ik het geld op de juiste plaats had geïnvesteerd zodat ik de crisis kon doorstaan, en ik stortte altijd meer bij. Helaas vertrouwde ik vaak slechte vrienden. Vandaag denk er vaak aan hoe dom ik toen wel was.” Het zou hem uiteindelijk zijn huis kosten.
Erger nog, in 1990 zat hij 6 maanden in de gevangenis voor een overval op een casino, feiten waarvoor hij volledig werd vrijgesproken. « Het heeft mijn leven veranderd. Zit maar eens als een onschuldige in de gevangenis. De politie en het openbaar ministerie hebben hallucinante bewijzen tegen mij verzameld. Je zit in de rechtszaal en je zegt tegen jezelf: in welke slechte film speelt ik hier mee? Ik kon nog steeds niet toegeven wat ik niet had gedaan. De hele aanklacht was gebaseerd op een paar aanwijzingen en bleken tijdens het proces een grap te zijn. Maar je kunt tien keer worden vrijgesproken, het blijft pijn doen. Niemand zal me mijn reputatie teruggeven, en het ergste is hoe mijn familie moet hebben geleden. Ik zeg je heel eerlijk: sinds 1990 stierf de voormalige Erwin Kostedde in de gevangenis. »
« Vandaag, wanneer de naam van Erwin Kostedde wordt genoemd, komt het verhaal van 1990 altijd terug naar de oppervlakte. Maar de voetballer Erwin Kostedde, die ook dingen heeft bereikt , waar is hij? Het heeft niets te maken met de oude escapades en het verlies van geld. Ik wil hier niets verfraaien. Het was mijn fout en ik kan ermee leven. Maar ik kan niet leven met de manier waarop mijn reputatie is vernietigd door een nalatige politie, een minister die zich wou profileren, en een op sensatie beluste roddelpers.”
Vandaag de dag woont Erwin Kostedde nog steeds in Münster, ondanks het overlijden van zijn vrouw Monique twee jaar geleden. Er gaan stemmen op om het Preussen-stadion te hernoemen, waar hij nog steeds graag op de tribune hangt als het publiek wordt toegelaten…
(c) Philippe Gerday – December 2021
Geboortedatum: 21 mei 1946, in Münster (Dui)
Nationaliteit: Duitsland
Positie: Aanvaller
1e aansluiting bij Standard: 25 april 1968 – 6 augustus 1971
2e aansluiting bij Standard: 8 december 1978 – 23 juli 1979
Trofeeën met Standard: 3x Belgisch Kampioen (1969, 1970, 1971)
Internationale wedstrijden / goals: 3 / 0
Carrière
Jeugdopleiding
1964 – 1965
A-kern
1965 – 1967
1967 – 1968
1968 – 1971
1971 – 1975
1975 – 1976
1976 – 1978
1978 – 1978
1978 – 1979
1979 – 1980
1980 – 1982
1982 – 1983
M.S.V. Duisburg (DUI)
R. Standard C.L. (16)
Hertha Berlin S.C. (DUI)
Borussia Dormund (7)
S.G. Union Scholingen (DUI)
Stade Laval (FRA)
Werden Bremen (DUI)
Vfl Osnabrück (OOS)
Statistieken
Wedstrijden
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
67
8
–
6
Doelpunten
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
49
7
–
2