Gilbert Bodart
41.942
Minuten
14
Doelpunten
3
Trofeeën
« Mijn transfer naar Standard? Het was een kinderdroom die uitkwam. Vooral omdat ik een fervent aanhanger van Standard was »
– Gilbert Bodart
Gilbert Bodart, symbool van de magere jaren
Terwijl slechte keuzes na zijn carrière het imago van Gilbert Bodart bij het grote publiek grotendeels hebben aangetast, valt het evenmin te ontkennen dat, puur sportief gezien, “de Gil” bijna 15 jaar lang één van de drijvende krachten was achter het Standard van de jaren 80/90. Als een waardig erfgenaam van doelmannen zoals Jean Nicolay, Christian Piot en Michel Preud’homme, belichaamde hij alle frustraties die de fans van de Rouches hadden opgebouwd na de Affaire.
De vraag zal natuurlijk altijd onbeantwoord blijven: welke carrière zou Gilbert hebben gehad zonder het corruptieschandaal dat in 1984 losbarstte en dat tot de schorsing leidde van zowat de ganse ploeg die in 1982 en 1983 kampioen speelde? In zijn boek ‘Standard Goethals’ van 1982 wees journalist Raymond Arets op het sluimerende dilemma aan de oevers van de Maas met de aanwezigheid van twee getalenteerde en jonge doelmannen. ‘Het leven van tweede doelmannen is niet altijd even rooskleurig, noch evident. Je moet echt geduld opbrengen. (…) Standard was bijzonder gelukkig met twee zulke keepers. De vraag blijft echter: Kan deze situatie nog lang aanhouden?’
Met een doelman als vader (die trouwens bij Standard had kunnen spelen indien Tilleur niet te veeleisend was geweest), en een geboorte die plaatsvond terwijl Jean tegen Berchem op het veld stond, stond het in de sterren geschreven dat de kleine Gilbert tussen de palen zou eindigen. « Dat verhaal…ik moet het al tientallen keren gehoord hebben, ik werd inderdaad geboren terwijl mijn vader aan het voetballen was. », vertrouwt Gilbert Bodart toe op de eerste pagina’s van het gelijknamige boek dat Dominique Paquet in 1996 aan hem opdroeg.
Over dit determinisme deed Bodart een opmerkelijke uitspraak in een gesprek met La Meuse toen hij coach was van Tilleur. « Toen ik op 10-jarige leeftijd begon te voetballen bij Verlaine speelde ik vaak als nummer 10 of zelfs in de spits. Onder Ernst Happel speelde ik zelfs een oefenwedstrijd met het eerste elftal als aanvaller (nvdr. In die wedstrijd stonden maar liefst drie doelmannen op het veld: Dardenne in doel, Preud’homme in de verdediging en Gilbert dus als spits.) tegen Union. Het klopt dat ik puur linksvoetig ben, maar ik doe er wel mee wat ik wil. Sterker nog, ik vond het nooit leuk om in doel te staan (sic) ! En ik zal er zelfs aan toevoegen dat voetbal niet mijn favoriete sport was. Ik heb altijd de voorkeur gegeven aan tennis! Indien Roger Petit had geweten dat ik soms tornooien speelde voor en na een Standard – Anderlecht … Maar tja, ik was er op gebrand om mijn vader te imiteren, en hij was degene die mijn carrière leidde. En hij deed dat goed. »
Ah, die vrije trap van Beckenbauer
Het verhaal is alom bekend: FC Luik was ook geïnteresseerd in het talent dat voor Verlaine uitkwam, maar Standard was overtuigender tijdens de onderhandelingen. « Het was een kinderdroom die uitkwam. Vooral omdat ik een fervent aanhanger van Standard was. »
Na een kampioenstitel met de UEFA-junioren (zoals we destijds refereerden naar de U18), betekent de komst van de Oostenrijker Ernst Happel zijn geleidelijke integratie in de A-kern met een eerste uitnodiging voor een trainingskamp in Duitsland in 1979. Gilbert Bodart verwijst nog steeds naar een galawedstrijd tegen New York Cosmos, een beroemde NASL-franchise (voorloper van de huidige MLS) op 9 oktober 1980 in Jambes als zijn officieus debuut. En alhoewel Pelé er niet meer bijliep bij de bezoekers, speelde het Amerikaanse team wel met namen als Franz Beckenbauer (wereldkampioen 74), Carlos Alberto (wereldkampioen 70), Wim Rijsbergen (vice-wereldkampioen 74 en 78), Vladimir Bogicevic (ex-Joegoslavisch international), Giorgio Chinaglia (ex-Italiaans international)… en Rode Duivel François Van der Elst. « Die dag had ik school, maar ik had lessen overgeslagen om met de meisjes te flirten en een paar pintjes te drinken met mijn vrienden. Beeld je mijn verbazing in toen ik bij aankomst aan het stadion werd gevraagd om haastig mijn sportzak in te pakken om … de wedstrijd te spelen aangezien Michel Preud’homme grieperig was … We wonnen met 3-0 en ik stopte een moeilijke vrije trap van Beckenbauer. »
De legende kon begonnen … hoewel de realiteit minder romantisch is, zoals de meest nauwgezette archivarissen hebben opgemerkt. Gilbert Bodart speelde op 17 juli 1980 een eerste vriendschappelijke wedstrijd tegen het Zwitserse FC Walde, tussen twee wedstrijden tegen Neuchâtel Xamax in het kader van de Zomerbeker (de voorloper van de Intertoto Cup). Het daaropvolgende seizoen bood dezelfde Zomerbeker hem 5 wedstrijden aan met het eerste team (na een blessure van Michel Preud’homme) en hij maakte ook zijn debuut in eerste klasse op 11 november 1981 tegen RWDM met een eerste clean sheet, en leverde zo een kleine bijdrage aan de eerste titel van de Rouches sinds 1971.
Michel Preud’homme voelde de druk van de concurrent die meer en meer wilde spelen. « Hij maakte vorderingen, Raymond Goethals waardeerde hem en ik had niet mijn beste seizoen achter de rug, ook al wonnen we het kampioenschap.“, merkte de Gouden Schoen van 1987 en 1989 op in een gezamenlijk interview aan het begin van de jaren 90. De match tegen Raba Györ in de beker der landskampioenen in september 1982 was een keerpunt. « Raymond Goethals vertelde me dat ik die wedstrijd zou spelen maar veranderde de dag ervoor van gedachten. Hij stelde me die dag vreselijk teleur … », zei Bodart in talrijke interviews.
Gilbert Bodart beraadt zich om de club te verlaten om speelminuten te maken. Hij contacteerde Roger Petit, die niet tegen een vertrek was … op voorwaarde dat het om een huur zonder aankoopoptie zou gaan. « Ik zag dat als een teken van vertrouwen. », herinnert Gilbert zich. Op dat moment komt Waterschei (waar veteraan Pudelko einde carrière was) op de deur kloppen. De affaire verandert echter de situatie volledig en de schorsingen voor alle spelers op 2 april 1984 stuwen Gilbert Bodart definitief tussen de palen van Standard – ook al had een blessure van Michel Preud’homme hem al speeltijd gegeven. Maar de toon was gezet. En alhoewel de zeer jonge Rouches, geflankeerd door oude rotten Jelikic, Gründel en kapitein Hrubesch, op 7 april 1984 tegen toekomstig kampioen Beveren 2:0 onderuit gaan, spelen ze een dijk van een wedstrijd. ‘Gespeeld als leeuwen!’, kopt La Meuse in zijn maandageditie met een foto van Gilbert Bodart.
« De affaire was een tragedie voor Standard, maar voor mij persoonlijk werd het wel een meevaller. Het was de kans van mijn leven, alhoewel ik ze natuurlijk liever in betere omstandigheden had gekregen. », blikt hij terug in een lang interview met Pierre Bilic (Foot Magazine) in 1992. « Persoonlijk hebben de gevolgen van de affaire me ook 7 of 8 jaar van mijn carrière gekost aangezien de club zich toen opnieuw in een wederopbouwfase bevond en vanaf nul moest starten.”, onderstreept hij uit in zijn boek met Dominique Paquet.
De Rode Duivels, een moeilijk huwelijk
Na het vertrek van Michel Preud’homme naar KV Mechelen (en een moeilijke periode voor beiden waar ze in een rotatie-constructie terecht kwamen onder Pavic), wordt Gilbert Bodart één van de pijlers van het Standard van de nieuwe directie onder leiding van het duo Jean Wauters-André Duchêne. « Het is een beetje als een huwelijk: waarom zou je ergens anders gaan als je je goed voelt met je partner? Het klopt dat ik me niet bij een andere Belgische club zag, maar dat ik wel in de verleiding kwam om een buitenlandse ervaring op te doen. Het is menselijk om nieuwe uitdagingen te willen aangaan. Maar elke keer vonden de heren Duchêne en Wauters de woorden en argumenten om me ervan te overtuigen om in Sclessin te blijven. », vertelde hij Standard Magazine in maart 1996… een paar maanden voordat hij één jaar op avontuur trekt naar Bordeaux om daarna gewoonweg terug te keren naar Luik. Mogelijkheden om te vertrekken waren er nochtans voldoende. Met name Torino, Sampdoria, Everton, Montpellier, Matra Racing Paris en zelfs… Anderlecht toonden verregaande interesse.
Gedurende al die jaren heeft Gilbert Bodart (390 wedstrijden in eerste met de Rouches, en 470 officiële wedstrijden) zijn medestanders gehad voor wie hij het toonbeeld was van talent, inzet, loyaliteit en openhartigheid. Hij had echter ook zijn tegenstanders, degenen die hem verweten altijd het middelpunt van de belangstelling te willen zijn.
Eenzelfde debat vond ook plaats bij de Rode Duivels. De Luikenaar vierde zijn eerste selectie op de bank, achter doelman Jacky Munaron. Zijn eerste wedstrijd speelde Gilbert op 23 april 1986 tegen Bulgarije in een voorbereidingswedstrijd in aanloop naar het WK in Mexico. Gilbert Bodart ging er mee als derde doelman achter Jean-Marie Pfaff en Jacky Munaron. « Ik moet toegeven dat die rol van derde doelman niet evident is, zeker voor een competitiebeest als ik. In 1986 was ik echter jong en het was al sensationeel om erbij te zijn. Erger was het gesteld in 1990. Ik speelde toen een kwalificatiewedstrijd tegen Zwitserland en in mijn beleving ging ik dat kampioenschap starten als nummer 1. »
Gilbert Bodart, de enige international bij de Rouches in die periode tesamen met Guy Hellers, kon destijds rekenen op de steun van een heel stadion toen het debat – toen nog zonder sociale media – woedde over de vraag wie de nummer 2 achter Preud’homme moest zijn. De Standardfans kozen natuurlijk wekelijks partij voor Gilbert Bodart met gezangen als ‘Gilbert naar Italië’, toen die de concurrentie kreeg van Filip De Wilde die toen in Brussel speelde. Toen men voor dat WK in Italië besloot dat alle spelers op de bank mochten plaats nemen, moest Guy Thys die belangrijke knoop niet doorhakken… En in 1994 kreeg Dany Verlinden een meevaller toen de Luikenaar geblesseerd uitviel.
In 1995 bereikte Gilbert Bodart kort het nirvana en werd nummer 1 nadat Michel Preud’homme de deur achter zich toe trok bij de nationale ploeg. Hij begon met een geweldige prestatie in Sevilla tegen Spanje, dat een paar maanden eerder nog in Brussel kwam winnen (1-4). Daarna was er een meer delicate partij tegen Denemarken in september, waardoor zijn droom teniet werd gedaan, en dat uiteindelijk zou leiden tot de moeilijke beslissing om zich niet langer ter beschikking te stellen van de nationale ploeg. Een dispuut met coach Paul van Himst had hier ook een belangrijke impact, maar dat zou ons hier te ver leiden.
Tranen in de nasleep van de verloren Gouden Schoen
Het verrassende resultaat was één van de belangrijkste teleurstellingen in de carrière van Gilbert Bodart: het verlies van de Gouden Schoen in 1995, hij die er zo van droomde om Jean Nicolay, Christian Piot en Michel Preud’homme (2x met Mechelen) op te volgen.
Een van de belangrijkste architecten van het prachtige seizoen 94-95 waarin Standard als tweede eindigde, de verloren wedstrijd tegen Denemarken (« Ik heb daar lang van afgezien. Elke uitwedstrijd in Vlaanderen werd door de thuissupporters aangegrepen om mijn fout tegen Denemarken terug onder de aandacht te brengen. Gunther Schepens nam de bal uit mijn handen, Michael Laudrup scoorde, en we missen daardoor de kwalificatie voor het EK. Dat doelpunt betaalde ik cash bij de verkiezing van de Gouden Schoen. ») en een moeilijke UEFA Cup-wedstrijd in Guimaraes (waar hij geblesseerd werd opgesteld) laat zijn sporen na. Ze wegen zwaar door in de stemming van de tweede ronde … terwijl sommige kiezers de Luikenaar al in de eerste ronde negeerden. « Vanavond zal ik mensen blij maken. Ofwel zullen de Standard-supporters in de wolken zijn, ofwel al mijn tegenstanders. », zei hij in aanloop naar de ceremonie. En uiteindelijk wordt Paul Okon (Club Brugge) verkozen in de plaats van Gilbert Bodart.
Toeval wil dat Standard de daaropvolgende dag op verplaatsing trekt naar Brugge (tegen Cercle). « Ik was de pispaal van de dag. Maar het motiveerde me om te laten zien waartoe ik in staat was.» Auteur van een geweldige wedstrijd met ondermeer een geredde penalty verliet Bodart het veld in tranen. « Dat was de eerste keer dat dit mij overkwomt, “zei hij na de wedstrijd. « Ik ervaar al maanden ongelofelijke stress. Vanmorgen, toen ik wakker werd, had ik grote spijt. Voor mij is mijn kans om de Gouden Schoen te winnen verstreken. En dan deze overwinning met het lef, deze formidabele supporters die mijn naam zongen, het was teveel emotie tegelijk. », verklaarde hij na de wedstrijd.
De Beker van België in 1993, een onvergetelijke herinnering
‘Ik denk dat als ik voor een andere club had gespeeld, ik meer trofeeën had gewonnen.’ Deze zin vat het gevoel van onafgemaakte zaken samen na zijn actieve carrière. Hoewel hij in 1982 en 1983 in de kern zat van het kampioenenteam, was zijn bijdrage eerder beperkt. Als doelman stond hij slechts zeer zelden aan de kant van de winnaars: twee keer vice-kampioen (1993 en 1995), drie verloren bekerfinales (1984, 1988, 1989), en een tweede plaats bij de Gouden Schoen.
Meer dan de vier titels van beste doelman in de Belgische competitie blijft de bekerfinale van 1993 een onuitwisbare herinnering die wordt gekenmerkt door de vreugde van “Gil” wanneer hij de trofee omhoog houdt. « Ik heb altijd gezegd dat ik bij Standard blijf tot de dag dat ik iets win. Vandaag is het eindelijk zover.» Het is de grootste dag van zijn carrière. « Ik had nog nooit iets concreets gewonnen, maar met een geweldig team kun je alles. Dit was vandaag het geval. Voor Guy Hellers en ik was het tijd om deze trofee te winnen. », verklaarde hij op de avond van 6 juni 1993.
Na verloop van tijd zal het genieten openhartiger en minder poëtisch worden. « Winnen in Anderlecht, tegen Charleroi, dat was het summum. We gaven onze twee ergste vijanden in de competitie het nakijken.»
Nog gedenkwaardiger is het geïmproviseerde feestje op de terugweg naar Sclessin met een vlucht over het stadion per … helikopter. « We vlogen over het veld en toen daalde de piloot heel laag af, net boven de menigte uit. Omdat we een beetje aangeschoten waren, beseften we het niet helemaal, maar het was toch best gek. »
Eenmaal op het veld … tegen Standard
Nadat hij in 1996 voor het eerst vertrok, keerde Gilbert Bodart het jaar daarop reeds terug naar Sclessin, na een verloren finale van de Coupe de la Ligue met Bordeaux. De hoge verwachtingen met de komst van Aad de Mos en een sterke transferperiode (met ondermeer de broertjes Mpenza, Medved, Suray, Van der Doelen) brengen hem terug naar de heimat net op tijd om het eeuwfeest van de club in de verf te zetten. « Ik breng enorme financiële offers door voor Standard te kiezen. Maar het is zo. Ik hou van deze club. Ik had het niet kunnen verdragen dat Standard kampioen wordt zijn zonder mij.»
Tijdens die periode was er geen gebrek aan loze beloftes en Standard speelde dat seizoen nooit een hoofdrol. De komst van Robert Louis-Dreyfus in 1998 luidde zijn definitief vertrek in. Destijds waren de supporters bijzonder boos en emotioneel, maar Vedran Runje ging de uitdaging briljant aan.
Na drie jaar Serie B (Brescia en Ravenna) belandde Gilbert Bodart in augustus 2001 in … Beveren waar hij niet meer dan een karikatuur van zichzelf was. « Ik kan het nu toegeven: ik wilde eigenlijk niet meer spelen. Aan de andere kant droomde ik ervan om tegen Standard uit te komen. », zei hij een jaar later toen hij coach werd van Visé (in 2e). Een effectieve reünie volgt er tweemaal als coach op de bezoekersbank op Sclessin (in 2002 met Visé en in 2004 met Oostende).
Twintig jaar na zijn vertrek nam een andere Bodart de fakkel over: Arnaud, de zoon van zijn broer Vincent (die tevens zijn reserve was tijdens het seizoen 89-90). Terwijl Gilbert strafschoppen scoorde in de competitie, deed zijn neef het afgelopen najaar beter met een veldgoal tegen Eupen. Een prestatie die Gilbert in 91-92 nipt miste tegen Anderlecht. “Filip De Wilde zou de kanonskogel die ik op het punt stond in zijn net te schieten nooit hebben gestopt indien Patrick Asselman de bal naar mij had gepasseerd …”
Een doelpunt in een Clasico, het zou legendarisch geweest zijn…
(c) Philippe Gerday – mei 2021
Geboortedatum: 2 september 1962, te Ougrée
Nationaliteit: België
Positie: Doelman
1e aansluiting bij Standard: 1 juli 1977 – 7 augustus 1996
2e aansluiting bij Standard: 23 juli 1997 – 3 augustus 1999
Trofeeën met Standard: 1x Beker van België (1993), 2x Belgisch kampioen (1982, 1983)
Internationale matchen / doelpunten: 12 / 0
Carrière
Jeugdopleiding
1972 – 1977
1977 – 1981
C.S. Verlaine (2871)
Royal Standard de Liège
A-kern
1981 – 1996
1996 – 1997
1997 – 1998
1998 – 2000
2000 – 2001
2001 – 2002
Royal Standard de Liège
F.C. Girondins Bordeaux (FRA)
Royal Standard de Liège
Brescia Calcio (ITA)
Ravenna Calcio (ITA)
K.S.K. Beveren (2300)
Statistieken
Wedstrijden
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
390
60
–
20
Doelpunten
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
8
5
–
1