Guy Hellers

icon-matches

481

Wedstrijden

icon-minutes

41.478

Minuten

icon-ball

37

Doelpunten

icon-cup

1

Trofee

“Guy identificeerde zich volledig met zijn club. Beetje bij beetje werd hij het uithangsbord van zijn club, een schitterend kapitein en een waardig ambassadeur van de sport. Hij laat dan ook enkel goede herinneringen na in het geheugen en het hart van de supporters. Iedereen weet dat hij zich telkens volledig gaf voor zijn kleuren: en dat betekent meer dan welk visitekaartje ook.”

– Louis Pilot

Hij is het equivalent van de broers Schleck, de skieër Marc Girardelli, de tennisster Gilles Müller of dichter bij huis, Louis Pilot, aan het firmament van de Luxemburgse topsporters. Op amper 17-jarige leeftijd arriveerde de jonge Guy, vanuit Metz op Sclessin en zou er gedurende 17 seizoenen het mooie weer maken en niet minder dan een embleem worden op het einde van de 20e eeuw.

Tussen 27 augustus 1983 en 30 juni 2000, speelde Hellers 481 officiële wedstrijden voor de Rouches, waaronder 383 in competitieverband, en 63 wedstrijden in de beker, met vier nederlagen in de finale, maar vooral één bekerwinst als resultaat (onder leiding van Arie Haan in 1993 met onder andere Wilmots, Bodart, Rednic, Van Rooy, Léonard en de inmiddels tragisch overleden Régis Genaux). « Ik arriveerde op een kantelmoment voor de club, die op dat moment geleid werd door Roger Petit, en waarvan Raymond Goethals de sportieve touwtjes in handen had. Beide heren brachten de club tot de Europese top (nvdr. Standard was na Barcelona en Real Madrid de derde club op de Europese ranking, voor Liverpool en Anderlecht ). Met twee landstitels en een verloren Europese finale tegen Barcelona in omstandigheden die ons allen bekend zijn. Ploegmaats zoals Preud’homme, Gerets, Vandersmissen, Grundel, Meeuws, Daerden of Tahamata lieten dan ook toe om bijzondere  ambities te hebben. Neem daar nog bij dat we Horst Hrubesch transfereerden die net de C1 won met Hamburg tegen Juventus. »

Maar de Affaire Waterschei zorgde ervoor dat op 8 mei 1982 dat ganse kaartenhuisje in elkaar zakte. De straffen waren zwaar, en de gevolgen niet te overzien. Onder leiding het duo Jean Wauters en André Duchêne wordt zo goed en zo kwaad mogelijk de heropbouw ingezet, met Léon Semmeling als trouwe medewerker. Eerste prioriteit is de transformatie van het stadion: in 1985 (tribune 1), 1992 (tribune 2), 1995 (tribune 3) en in 1999 (tribune 4) worden de tribunes stap voor stap gerenoveerd of compleet vervangen. « Van de ene dag op de andere werden jonkies plots titularissen met enkel Gründel en Hrubesch als ervaren spelers. We hebben zwaar afgezien, maar uiteindelijk heeft onze inzet en respect voor het shirt ervoor gezorgd dat we toen niet zakten naar tweede klasse, wat catastrofaal had geweest … »  Met het duo Bodart-Hellers begint de sportieve reconstructie op Sclessin. Soms en tijdelijk gecomplementeerd door enkele ervaren rotten zoals Michel Renquin, Alexandre Czerniatynski, Nico Claesen, Dimitri M’Buyu, Zoran Bojovic of Ronny Rosenthal. De jaren negentig zien de opkomst van eigen jeugd met bovenop de vier musketiers Genaux, Léonard, Goossens en Bisconti. En tenslotte enkele toptransfers zoals Rednic, André Cruz, Van Rooij, Henk Vos en vooral Marc Wilmots.

« We konden die moeilijke periode eindelijk achter ons laten en daar boven kijken in het klassement. Die bekerwinst tegen Charleroi was daar een eerste mooi bewijs van. » Maar de afstraffing tegen Arsenal in de herfst van 1993 brak dat enthousiasme volledig. « Tijdens de rust, het stond toen 0:3, kon je een speld horen vallen. Indien de scheids ons had voorgesteld om de wedstrijd daar en dan te stoppen, waren we allen akkoord gegaan…» Arie Haan zou snel opzij gezet worden en vervangen worden door René Vandereycken, die uiteindelijk weinigen zou overtuigen. De komst van Robert Waseige zou binnen het Luikse supportersschare voor nieuw enthousiasme zorgen.

Dankzij kangoeroe Aurelio Vidmar (22 doelpunten en topschutter dat seizoen) tronen de Luikenaars zo goed als het ganse seizoen op kop. Maar drie wedstrijden voor het einde, op 31 april 1995, zakt de pudding in elkaar na 90 dramatische minuten in Brussel. De thuisploeg komt met 10 te staan na de uitsluiting van doelman Filip De Wilde, die Dinga torpedeerde. Alhoewel Vidmar tijdens die actie scoorde, besloot scheids Van den Wijngaert het doelpunt af te keuren en enkel de rode kaart te tonen. « Jammer voor Aurelio, maar ik moest handelen zoals ik deed. » vertelde hij aan Jean-Louis Donnay van Le Soir. Bij een 2:1 tussenstand keurt hij een geldig doelpunt van Marc Wilmots af. « Ik volgde mijn lijnrechter die reeds stond te waaien vooraleer Wilmots trapte.»

« Gedurende 31 wedstrijden stond onze organisatie op punt, en Robert Waseige had gelijk om vanuit onze eigen sterkte uit te gaan. Sommigen zouden dit echter vergeten, want onterecht is. » De titel glipte zo toch nog uit de handen van Standard. En de supporters zouden nog enkele jaren geduld moeten uitoefen.  Het zou Guy Hellers echter niet weerhouden om vol enthousiasme er elke week te staan, met het professionalisme dat zijn ganse carrière zo tekent. Net zoals hij dat deed voor zijn nationaal elftal, waarvoor hij gedurende 15 jaar speelde, met 55 selecties tot gevolg. Het hoogtepunt was het gelijkspel op de Heizel tegen België in het kader van het WK In Italië in 1990. « België was reeds gekwalificeerd, maar wij vierden die winst wel als iets uitzonderlijks. Vergeet niet dat de Belgen nog de kwartfinales bereikten op het vorige WK in Mexico in 1986, en het kleine Luxemburg haalt een punt in Brussel. Dat gelijkspel zou niet zonder gevolgen blijven en Walter Meeuws moet plaats maken voor de terugkerende Guy Thys. »

Maar zoals zo vaak eindigt ook het verhaal van Guy op Sclessin op een slechte noot.  Vermoeid door de dictatoriale aanpak van zijn coach Tomislav Ivic, spreekt Guy in naam van de spelersraad met de directie. Een gesprek dat zou uitdraaien op een verbreking van het contract, in wederzijds overleg, waarbij de club alle engagementen naar de speler respecteerde. Guy zou snel de overstap maken naar de Luxemburgse voetbalfederatie waar hij, tesamen met die andere ex-rouche Paul Philipp, vervolgens de U15, U17 U19 en U21 onder handen neemt, waarna hij ook de overstap maakt naar bondscoach in 2006. Na vier jaar besluit Hellers zijn carrière een andere wending te geven, en wordt hij achtereenvolgend manager, sportief directeur, directeur van de jeugdopleiding en tenslotten coach van F91 Dudelange, waarmee hij driemaal de titel wint (2011, 2012, 2014), alsook eenmaal de bekeroverwining behaalt (2012). Maar net zoals met de Rouches moet hij ook driemaal het onderspit delven in de bekerfinales van 2011, 2014 en 2015.

Na enkele jaren afwezigheid, werd hij door de Luikse directie in november 2017 in de bloemetjes gezet in aanwezigheid van zijn supporters. « Lars en Luna hadden al over mijn sportieve carrière gehoord en gelezen, maar voor de jongste, Lisa, was het allemaal nieuw. Ze wist niet dat haar vader ooit voetballer was. Wanneer ze tesamen met me op het veld kwam voor de wedstrijd kon ze haar ogen niet geleven. Zo’n sfeer en applaus voor haar oude papa… »

Het is dankzij Léon Semmeling dat ik op Sclessin arriveerde. Hij was er mijn vader, mijn adviseur, en telkens aan mijn zijde, in goeie en slechte tijden. Ik ben hem enorm dankbaar. Nooit botste ik nog op een trainer met zijn kwaliteiten in België. Wanneer iemand met zijn staat van dienst je iets zegt, moet je luisteren. Laten we niet vergeten dat Léon, samen met onder andere Louis Pilot, deel uitmaakte van het grote Standard. Het Standard dat in de jaren zestig Europees top was, met onder andere de legendarische wedstrijden tegen Stade Reims. De kampioenen van de jaren 80 zorgden voor de herinnering.

Deze zomer werd hij onder andere genoemd bij Differdange. « Ik blijf geboeid door opleiding van jongeren. » In september 2018 zou hij effectief aangeworven worden bij de stad Dudelange op de dienst Sport. Het spelletje blijft Hellers dan ook boeien, want hij schrijft een column ‘Le Carré’ in Luxembergs grootste krant, ‘Le Quotidien’. Zij verkiezing tot de ‘Hall of Fame’  verrast de nummer 7 van de Rouches.  « Ik veronderstel dat ik dankbaar moet zijn. Maar eigenlijk verdien ik zo’n nominatie niet. Zeker niet om deel uit te maken van deze eerste lichting. Na de Beker in 1993 is het mijn tweede trofee met Standard… »

(© Christian Raspiller, septembre 2018)

Geboortedatum: 10 december 1964, te Letzebürg (LUX)
Nationaliteit:
 Luxemburg
Positie: Middenvelder
Aangesloten bij Standard: 13 juli 1983 – 30 juni 2000
Trofee met Standard:
1x Beker van België (1993)
International selecties / doelpunten: 55 / 2

Carrière

Jeugdopleiding

1974 – 1978
1978 – 1982

U.S. Bascharage (LUX)
C.S. Hollerich (LUX)

A-kern

1982 – 1983
1983 – 2000

F.C. Metz (FRA)
Royal Standard de Liège

Trainer

2004 – 2010

Nationaal elftal Luxemburg

Statististieken

Wedstrijden

Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

383
63
8
27

Doelpunten

Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

31
5
0
1