Louis Pilot

icon-matches

342

Wedstrijden

icon-minutes

30.733

Minuten

icon-ball

47

Doelpunten

icon-cup

6

Trofeeën

« Hij was onmisbaar. Fysiek legde hij elke wedstrijd een immens aantal kilometers af, en zorgde  ervoor dat iedereen rond hem beter werd. »

– Léon Semmeling

Een reus uit een dwergland op het allerhoogste niveau.
Dat was het sportieve lot van Louis Pilot (1940-2016).

Luxemburg, vandaag de 179e natie gerangschikt in oppervlakte (2.586 km2) en 166e in termen van bevolking (625.000 inwoners) op een wereldwijde referentie van 224 landen, kan buigen op een financieel casino in Midden-Europa. « Om een ​​professionele sporter in Luxemburg te zijn, moet je echt wel gemotiveerd zijn… » lacht Guy Hellers, de legendarische middenvelder van de Rouches. « In ons land zijn er zoveel andere educatieve, financiële, economische en / of sociale kansen dat topsport op weinig belangstelling kan rekenen bij onze jonge atleten die er de voorkeur aan geven om hun financiële toekomst snel te verzekeren. »

Louis Pilot was een avonturier die in 1960 op 20-jarige leeftijd op Sclessin belandde, en dit rechtstreeks vanuit zijn geboorteplaats en opleidingsclub, Fola Esch-sur-Alzette. In tien jaar tijd zou de op 11 november 1940 geboren Luxemburger met vier kampioenstitels (1963, 1969, 1970, 1971), twee Bekers van België (1966 en 1967), en waanzinnige Europese campagnes (halve finale bij de Beker der Bekerwinnaars 1966, kwartfinales van diezelfde competitie in 1968, en de successen tegen Real Madrid in 1969 in de Europa Cup I), enkele van de mooiste pagina’s uit de geschiedenis van de Rouches schrijven.

« Toen hij op Standard arriveerde, kon hij al beroepen op een goeie reputatie. », herinnert Léon Semmeling zich. « Het was echter Michel Pavic die het idee had om hem iets lager te doen spelen. Eerst als linksmid om daarna als verdedigende middenvelder helemaal open te bloeien. » Op 7 januari 1962 maakte hij zijn debuut tegen Club Brugge. En vanaf het daaropvolgende seizoen wordt hij een onbetwiste basisspeler.  « Hij was een essentiële speler voor ons, benadrukt “Ptit Léon”. Fysiek legde hij een indrukwekkend aantal kilometers af, waardoor de prestaties van al zijn teamgenoten verbeterden. Mocht hij Belg geweest zijn, was hij met ons mee naar het WK in Mexico getrokken in 1970. »

Louis was de eerste Luxemburger die de weg zou vrijmaken voor zijn landgenoten Erwin Kuffer, Paul Phillip – die zelfs voorzitter van de voetbalfederatie zal worden – Guy Hellers, Jeff Saibene, Stéphane Gillet, Daniel Huss, en als laatste René Peters in 2000. Sinds de eeuwwisseling was er enkel nog Anthony Moris, maar de doelman beschikte tijdens zijn periode op Sclessin enkel over de Belgische nationaliteit. De reden voor dat dalend aantal is voornamelijk te wijten aan een strategische wijziging bij de Luxemburgse federatie, onder impuls van ondermeer Guy Hellers. De Luxemburgse Federatie ondertekende samenwerkingsakkoorden met Duitse en Franse grensclubs om de jongeren te laten opleiden bij een club in een straal van 50 km zodat ze nog altijd konden opgroeien in hun vertrouwde gezinsomgeving.

« Het was Louis die me op 17-jarige leeftijd mijn eerste selectie voor het nationale team gunde, herinnert Guy Hellers zich, toen nog bij FC Metz. Louis nam me mee naar Sclessin om er testen. Kennen deed hij al sinds nationale jeugdteams en vertelde me steeds dat Standard de perfecte club voor mij zou zijn. Hij had het duidelijk niet bij het verkeerde eind. Hij was als een vader voor mij. Ik luisterde naar hem en volgde zijn advies. Hij zei dat ik zo snel mogelijk moest trouwen omdat professionele voetballers een gemakkelijke prooi waren voor vrouwen. Ik heb zelfs naar hem geluisterd, dat wil wel toch wel zat zeggen (lacht) … »

Luxemburg was en blijft een land van kampioenen met onder andere wielrenners Charly Gaul, Kim Kirchen, Fränk en Andy Schleck of Bob Jungels, de in Oostenrijk geboren skiër Marc Girardelli en dichter bij ons de tennisser Gilles Muller. Maar voetbal blijft niet ver achter met Robby Langers, Jeff Strasser en Nico Braun. En natuurlijk Louis Pilot met zijn twee Luxemburgse Gouden Schoenen (1968 en 1969), zijn vier Luxemburgse Speler van het Jaar trofeeën (1966, 1970, 1971 en 1972) en de titel van “Gouden Speler”, uitgereikt door de UEFA in november 2003 voor de 50e verjaardag van de Europese Federatie – met ondermeer Bobby Moore (Eng), Fritz Walter (Dui), Paul Van Himst (Bel), Alfredi Di Stefano (Spa), Just Fountain (Fra), Ferenc Puskas (Hon), de voormalige Rouche Asgeir Sirguvinsson (IJsl), Johan Cruyff (Ned), Zoff (Ita), Eusebio (Por) en Yachine (Rus).

Een andere heugleuke herinnering was de uitnodiging om de viering van toetreding van Engeland, Ierland en Denemarken tot de Europese Unie te vieren in januari 1973 met een internationaal elftal van spelers uit de Benelux, Frankrijk, Italië en Duitsland. « Helmut Schön, de Duitse coach, vertrouwde vooral op zijn Mannschaft », herinnert Christian Piot zich. Van de partij waren onder andere Beckenbauer, Müller, Vogts, Netzer, de Nederlanders Neeskens, Krol, Suurbier en Van Haneghem, de Fransman Trésor en de Italiaan Dino Zoff, onze Louis en ik … »  De nieuwelingen wonnen met 2:0 cijfers (met Bobby Charlton die voor het laatst te zien was op Wembley, Bobby Moore, kapitein van de wereldkampioen van 1966, Hunter, Hughes, Bell, de Schot Lorimer, de Ieren Jennings en Giles en de Denen Hansen en JS Olsen). « Het enige probleem is dat ik niet weet waarom Schön onze Louis vergat te brengen. Bij het banket vroeg hij om uitleg. Eigenlijk, zonder zijn stem te verheffen, maar het was in het Duits en hij begreep er niets van (lacht) … » Destijds plakte het etiket van een gentleman al op de huid van onze Hall of Fame speler.

Een cijfer om het allemaal samen te vatten: 0. Nul. Nada. Niente. Null. Rien. Het is gewoon het aantal gele (en natuurlijk rode) kaarten die onze man verzamelde bij de Rouches. En dat als een buffer voor zijn verdediging. De Luxemburgse middenvelder zou uiteindelijk 342 officiële wedstrijden voor Standard spelen (waaronder 270 in het kampioenschap en 36 in de Europa Cup) tussen 1962 en 1972 en nog eens een honderdtal voor Royal Antwerp Football Club (tweemaal vice-kampioen en bekerfinalist) om uiteindelijk zijn carrière af te sluiten bij Racing Jet Brussel in de derde divisie als speler-trainer.

Wanneer hij een zware fout maakte, tilde hij zijn tegenstander altijd op en zei steevast: “Neem me niet kwalijk”, net luid genoeg zodat de scheidsrechter het zou horen. Hij was hard zoals je dat moest zijn in de ijzeren gordel gebouwd door de heer Pavic (ndvr. Piot, Beurlet, Jeck, Dewalque en Thissen). « Je moest vooral geen van zijn teamgenoten aanraken want dat kreeg je bij een volgende fase dubbel en dik terugbetaald (lacht) … »

Zijn moment van glorie vond plaats in de herfst van 1969 in het Chamartin-stadion van Real Madrid, waar hij met een onwaarschijnlijk schot vanop 30 meter in de 8e minuut de score opende voor de Rouches in een historisch succes tegen de Koninklijken. De Rouches wonnen zowel de thuis- als uitwedstrijd en drukten hun stempel op het Europese voetbal. « Kijk naar de foto’s van die tijd, en je merkt dat hij eerst de bal verliest door een slechte controle, daarna te struikelen, om dan uiteindelijk met een zwak schot de lokale doelman op het verkeerde been te zetten. (lacht) … »

Met het nationale team speelde hij in de periode 1959-1977 een 50 selecties bij elkaar en scoorde 7 doelpunten tussen 1959 (Olympische kwalificatiewedstrijd tegen  Frankrijk (0-1) en 1977 (WK voorrondes tegen Finland). Het hoogtepunt was echter de kwalificatie tegen Nederland in de voorrondes van het WK in 1964. Alhoewel beide wedstrijden in Nederland gespeeld werden, kwalificeerden de Luxemburgers zich na een 1:1 en 2:1 winst), om uiteindelijk onderuit te gaan tegen Denemarken.

Na zijn actieve spelerscarrière zou hij logischerwijs het nationale team leiden in de periode 1978-1984, gevolgd door een gedwongen passage op Standard in het zeer tumultueuze jaar na Waterschei (1984/1985) om te eindigen bij Ettelbrück (1985-1988 en in 1990). « Een simpele, beschikbare en genereuze man die nooit aarzelde om zich te engageren », zegt Paul Philipp tegen Christopher Nadin in een interview. « Hij gedroeg zich nooit als een ster. Zowel op het veld als daarbuiten deelden wij geweldige momenten. Onze vriendschap heeft een leven lang geduurd, met heerlijke momenten. Zo gingen we na een interland met zijn auto rechtstreeks naar Luik want we hadden haast. We stopten even langs de weg, maar Louis had het portier opengelaten. Een vrachtwagen kwam te dichtbij en sleurde het mee. We reden niettemin verder naar Luik zonder voordeur, net alsof er niets gebeurd was. Hij was een heer! »

(c) Christian Raspiller – April 2020

Geboorte: 11 november 1940, in Esch-Uelzecht (Lux)
Overlijden: 16 april 2016, in Senningen (Lux)
Nationaliteit:
Luxemburg
Positie:
Middenvelder
Aangesloten bij Standard:
25 juni 1960 – 30 juni 1972
Trofeeën met Standard:
4x Belgisch kampioen (1963, 1969, 1970, 1971), 2x Beker van België  (1966, 1967)
Internationale wedstrijden / doelpunten:
  50 / 7

Carrière

Jeugdopleiding

1948 – 1957

C.S. Fola Esch (LUX)

A-kern

1957 – 1960
1960 – 1972
1972 – 1975
1975 – 1979

C.S. Fola Esch (LUX)
Royal Standard Club Liégeois
R. Antwerp F.C. (1)
Racing Jet Bruxelles (S.R.) (4549)

Statistieken

Wedstrijden

Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

270
36

36

Doelpunten

Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees

38
2

7