Milan Galic
9.072
Minuten
41
Doelpunten
3
Trofeeën
« Hij was de meest begaafde voetballer die ik ooit aan het werk zag. En alhoewel Standard op dat moment een topper was, vroeg ik me echt af hoe hij bij ons arriveerde. Hij was op maat gemaakt voor het Italiaanse of Spaanse voetbal. »
– Louis Pilot (Standard 1961-1972)
Wanneer Milan Galic op 9 oktober 1966 zijn debuut maakt voor de Rouches in het Astridpark, is de verwondering immens. Een Belgische club die één van de beste spitsen in Europa weet te strikken, is simpelweg ongezien. Het is één van de vele huzarenstukjes van sterke man Roger Petit. Naar huidige normen zou het betekenen dat voorzitter Bruno Venanzi er in slaagt om Robert Lewandovski naar Sclessin te halen!
Dat Milan zou uitgroeien tot één van de allerbeste Joegoslavische voetballers ooit was nochtans geen uitgemaakte zaak. Zijn eerste levensjaren waren niets dan kommer en kwel. Aan het begin van de oorlog, in 1941, verliest vader Ilija het leven aan de frontlinie, en laat zo Sofia achter met vier jonge snuiters. De twee oudsten imiteren hun overleden vader illico presto en sluiten zich aan bij de rebellen. De twee jongsten verhuizen met moeder Sofia naar veiligere oorden, maar met het einde van de tweede Wereldoorlog in zicht, slaat het noodlot opnieuw toe en verliest Milan ook zijn moeder. Zonder ouders worden de twee jongsten gescheiden en brengen hun jeugd door van het ene opvanghuis naar het andere.
De dramatische ervaringen lijken Milan echter de moed en volharding te geven om door te zetten. Op school toont hij zich een ijverig leerling, maar ook op de speelplaats ontdekt hij met voetbal een nieuwe passie. De inmiddels 14-jarige Milan sluit zich voor het eerst aan bij een echt clubelftal, F.C. Proleter. « Eigenlijk was dat puur toeval. Ik hing wat rond het terrein te ravotten toen de spelers vroegen om mee te spelen want ze waren slechts met 10, en zo begon ik er mijn carrière. », lacht Galic. Hij voelt zich al gauw in zijn sas bij het kleine lokale elftal en scoort aan de lopende band. « Na enkele seizoenen word ik bij coach Kolarov geroepen die me zegt dat hij met mij de volgende dag naar Rode Ster Belgrado zal rijden, omdat hij me niets meer kan bij brengen. » Daar volgt echter een ontnuchtering van jewelste. De lokale scouts ziet het talent van de topschutter niet en Milan wordt doorgestuurd. De week erop trekt een gedetermineerde Kolarov met zijn prodigee naar de buren uit Partizan waar hij onmiddellijk een contract krijgt bij de club van zijn groot idool, Stjepan Bobek. « Ik was in de wolken dat ik bij het grote Partizan mocht voetballen. »
Ster in en van zijn land
En van dan af gaat het snel, heel snel. Bij Partizan groeit hij uit tot de emblematische clubkapitein, met maar liefst vier titels in de nationale competitie, en als ultiem hoogtepunt de – verloren – finale, in Brussel in 1966, in de beker der landskampioenen tegen Real Madrid. Galic maakte deel uit van de zogenaamde Partizan Babies-generatie en speelde uiteindelijk maar liefst een totaal van 281 wedstrijden waarin hij 165 doelpunten scoort.
Het zou echter verkeerd zijn Milan Galic te herleiden tot een doelpuntenmachine. De spits was enorm beweeglijk en technisch onderlegd waardoor hij ook als nummer 10, en flankaanvaller uit de voeten kon. Zijn gezonde agressie gecombineerd met zijn technische bagage zorgde ervoor dat hij een all rounder was die een terreur was voor menig verdediger. « Ik herinner me hem vooral als een heel vriendelijke en correcte speler, die zich ten dienste stelde van het elftal toen hij bij ons arriveerde. », zegt ex-Rouche James Storme.
Ook als international is zijn carrière een voltreffer. In zijn debuutmatch tegen Bulgarije, in het kader van de kwalificatie voor het EK in Parijs, scoort hij al na 27 seconden, en staat hij garant voor belangrijke doelpunten. Slechts vier landen kwalificeren zich voor dat EK, waaronder dus ook Joegoslavië. In de openingsmatch en tevens halve finale tegen Frankrijk opent Milan de score. De bezoekers zouden de match uiteindelijk met 4:5 cijfers winnen van het gastland. Ook in de finale opent Milan de score, ditmaal met een kopbaldoelpunt, maar de Russen keren het tij en kronen zich tot Europees Kampioen.
Veel tijd om de knop om te draaien heeft het nationale elftal wel niet, want reeds enkele maanden later staan de Olympische Spelen in Rome voor de deur. Op amper 22-jarige leeftijd krijgt hij de kapiteinsband toegewezen. In de halve finale scoort Galic in extra tijd, maar de Azzuri maken nog gelijk en een … loting beslist dat de troepen van Milan Galic naar de finale gaan, waar ze Denemarken ontmoeten. In die finale liggen hoogtepunt (een doelpunt van Galic na 1 minuut) en dieptepunt (een uitsluiting na 30 minuten) dicht bij elkaar maar Milan Galic en Joegoslavië kronen zich tot Olympisch kampioen! Een schitterende prestatie voor het Europese Brazilië.
Het WK in Chili van 1962, waar ze doorstoten tot het laatste kwartet zou echter het laatste belangrijke wapenfeit worden van deze talentvolle generatie. In totaal speelt hij 51 wedstrijden en scoort hij 37 doelpunten, waardoor hij de tweede topscorer allertijden is.
Op 27-jarige leeftijd volgt dan een verplichte pauze in zijn carrière wegens legerdienst. Een gans jaar raakt hij geen bal meer aan, om dan in mei net op tijd te kunnen aansluiten voor de finale tegen Real Madrid maar zonder enig ritme kan hij de bakens niet verzetten, en verliest Partizan de belangrijke partij.
Het buitenlands avontuur in Luik
Een jaar later krijgt hij wel de toestemming om Joegoslavië te verlaten, al is de keuze beperkt tot Duitsland, Nederland of … België. Zonder het echt te beseffen geeft hij een makelaar de volmacht om bij de Rouches te tekenen. « Ik kende de club nochtans niet echt goed, en stond niet te popelen om naar het regenachtige België te trekken. Zeker omdat Inter, AC Milan, Juventus en vooral Real Madrid er alles aan deden om me binnen te halen, maar de beperking op buitenlandse spelers liet dat niet toe. », herinnerde Milan zich in een interview later.
Met het nieuwe seizoen 1966-1967 voor de deur staat Milan Galic te popelen om aan de slag te gaan bij zijn nieuwe club. Hij komt terecht in een ploeg die drie seizoenen op rij op de tweede plaats eindigde en hunkerde naar nieuwe successen. Het elftal barstte nochtans van talent met ondermeer Jean Nicolay, Lucien Spronk, Jacques Beurlet, Louis Pilot, Roger Claessen, James Storme en kapitein Léon Semmeling. Na een jaar stil gelegen te hebben met zijn legerdienst en aanpassing aan een nieuwe club, land en cultuur, maakt Milan zijn debuut tegen de aartsrivaal uit Brussel. « Die eerste weken was ik zeker niet top. », gaf hij eerlijk toe. Het zou hem er echter niet van weerhouden om dat seizoen nog 9x te scoren, en een sterk complement te zijn voor de legendarische Roger Claessen (16 doelpunten).
« Roger was een ongelofelijk talent. Hij kon werkelijk alles met de bal. Wij waren echte vrienden in die periode. Hij was de James Dean van zijn generatie en ik vind het zo jammer dat hij niet meer leefde voor zijn job. Er zat zoveel meer in hem. » Het seizoen eindigt echter op een persoonlijke sisser. Alhoewel Galic de assist gaf voor het eerste doelpunt in de succesvolle bekerfinale (3:1 winst tegen KV Mechelen), valt hij geblesseerd uit met een (eerste) knieblessure.
De medische staf doet echter mirakels en de spits kan na de zomer reeds aansluiten bij het elftal van landgenoot Milan Pavic. De tegenstrevers beginnen hem, en vooral zijn knie, te viseren, met als laatste druppel de partij tegen Beveren waardoor een nieuwe knie-operatie in februari 1968 zich opdringt. Een serieuze opdoffer voor de speler en de club, die zo niet kan rekenen op de spits in de belangrijke wedstrijden tegen AC Milan. En ondanks dat Claessen het seizoen afsluit met maar liefst 20 doelpunten, eindigen de Rouches op een ontgoochelende 3e plaats en het teken voor Roger Petit om een nieuwe wind te laten waaien door zijn elftal.
Twee landstitels
Met de nieuwe coach René Hauss, en enkele gerichte aankopen zoals Antal Nagy (20 doelpunten!), Erwin Kostedde, Henri Depireux, en de kleine generaal Wilfried Van Moer zijn de Rouches niet te stoppen. En alhoewel hij ‘slechts’ vijf keer scoort, knopen de rouches wel terug aan met de titel. Milan groeit naar zijn beste vorm, en levert verschillende assists af voor topschutter Antal Nagy.
Wanneer Nagy reeds na één seizoen getransfereerd wordt – ook dat was Roger Petit – wordt Galic een rij naar voor geschoven. En de spits ontgoochelt niet. Net zoals in zijn beste dagen scoort hij vanuit alle hoeken, en eindigt het seizoen met 18 doelpunten in de competitie, en vooral een derde trofee! De Rouches winnen inderdaad de tweede titel op rij onder René Hauss. Zowel op het veld als daarbuiten klikt het met zijn landgenoot Silvester Takač, die zelf ook 13 maal aan het kanon stond in de competitie.
Uiteindelijk scoort Milan Galic 41 keer in 110 officiële wedstrijden voor de Rouches, en was hij een belangrijke schakel in één van de meest talentvolle generaties die de club kende. Hij beëindigt zijn periode in België in 1970, en trekt daarna voor drie seizoenen naar het Franse Stade Reims.
In 1973 keert hij terug naar Joegoslavië om er datzelfde jaar af te studeren aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en begint hij een carrière als advocaat bij de nationale voetbalbond tot hij op pensioen trekt.
In 2014 overlijdt hij verrassend. Rust in Vrede Rouche!
(c) Marc Coudijzer – Mei 2021
Geboorte: 8 maart 1938, te Maleševci
Overlijden: 13 september 2014, te Belgrado (76j)
Nationaliteit: Joegoslavië / Servië
Positie: Aanvaller
Aansluiting bij Standard: 22 juni 1966 – 10 augustus 1970
Trofeeën met Standard: 1x Beker van België (1967), 2x Kampioen (1969, 1970)
Internationale wedstrijden / doelpunten: 51 / 37
Carrière
Jeugdopleiding
1952 – 1954
F.K. Proleter (JOE)
A-kern
1954 – 1959
1959 – 1966
1966 – 1970
1970 – 1973
F.K. Proleter (JOE)
F.K. Partizan Belgrado (JOE)
Royal Standard Club Liégeois
Stade Reims (FRA)
Statistieken
Wedstrijden
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
Vriendschappelijk
84
11
–
15
28
Doelpunten
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
Vriendschappelijk
34
3
–
4
7