Nicolas Dewalque


34.500
Minuten

26
Doelpunten

6
Trofeeën
Met zijn veelzijdigheid, voetbalintelligentie en technische bagage is Nico Dewalque onze Belgische Franz Beckenbauer.
– Belgische media
Nicolas Dewalque was één van de essentiële schakels in de zogenaamde “ijzeren verdediging” van Standard tussen 1965 en 1975, een decennium waarin de Rouches de titels verzamelden en een Europese bekendheid verwierven die ver buiten de grenzen van België reikte. Het is echter als een aanvaller dat de jonge Limburger van Zichen-Zussen-Bolder, op een steenworp van het historische fort van Eben-Emael, al vóór zijn 17 jaar op Sclessin belandde.
« Ik begon op vijftienjarige leeftijd in het eerste team. Destijds moest je echter zestien zijn volgens het reglement van de Belgische voetbalbond. Ik nam echter de identiteitskaart van mijn neef over die exact dezelfde naam en voornaam had. Iedereen kende elkaar in de Geervallei, ik leerde Frans op straat en op de voetbalvelden van de regio en ik werd al snel een geadopteerde Luikenaar. »
Zeventien maanden later maakte hij zijn debuut bij Standard in het eerste team onder leiding van Gusti Jordan, de in 1909 in Oostenrijk geboren trainer die zich liet naturaliseren tot Fransman in 1938 (nvdr. Hij speelde er 16 selecties tussen 1938 en 1945) en stierf in 1990. Zijn debuut maakte hij in vriendschappelijke wedstrijd tegen UR Namen in december 1963, waarna hij een week later een sensationeel officieel debuut zou kennen in de competitie, op Sclessin, tegen het Antwerpse Berchem: 2-1 met twee doelpunten getekend … Nico Dewalque, en dat in slechts tien minuten!
« Ik was toen inderdaad een aanvaller en verving Roger Claessen op dat moment. Roger verdient trouwens niet de reputatie die hem iets te dramatisch wordt toegeschreven. Natuurlijk hield hij van het leven, hij profiteerde ervan, maar op het veld gaf hij zich altijd 200%. Daarbuiten was hij een gevoelsman. Toen hij bij mij thuiskwam, had hij altijd een geschenkje bij voor de kinderen. Hij was nieuwsgierig naar alles. Reizend in Europa voor onze Europese wedstrijden had hij altijd veel boeken bij zich… »
Dat eerste seizoen van Dewalque volgde op een delicaat 1962/1963 voor de club, wanneer de Rouches ontgoochelend op een derde plaats eindigden achter de rivaal uit Brussel en … Beringen. Standard werd toen ook uitgeschakeld in de Europese bekercompetitie door het bescheiden Zweedse Norrköpping (1-0, 0-2). Dat was een klap van jewelste voor de Luikenaars, en bij uitbreiding gans België, aangezien de Rouches twee jaar eerder slechts uitgeschakeld werden door Real Madrid in .. de halve finales van de Beker der Landskampioen (nvdr. De voorloper van de Champions League!).
Nochtans zou er, ondanks zijn schitterend debuut, voor de jonge Dewalque geen vaste plek in de aanval klaarliggen. Onder leiding van coach Miroslav Pavic, die de ploeg een ijzeren discipline zou opleggen en hen zou klaarstomen voor de successen onder zijn opvolger in de Europese beker, wordt Nico geleidelijk enkele rijen achteruit geschoven. Hij wordt er niet enkel een onbetwistbare schakel in het elftal, maar tevens een belangrijk pion op het schaakbord dankzij zijn veelzijdigheid, zijn voetbalintelligentie en zijn technische bagage waardoor hij door sommige waarnemers vergeleken werd met een zekere Franz Beckenbauer,op dat moment de dirigent van zowel Bayern als het Duitse nationale elftal.
« Ik voelde me al snel als een pure Waal. Ik geef de voorkeur aan deze warmere mentaliteit boven die van het noorden van het land. In Vlaanderen is alles meer berekend, zelfs in de politiek. Aan de andere kant kun je in Luik gaan waar je wilt, je wordt nooit beoordeeld en je wordt altijd overal hartelijk verwelkomd. Maar in Vlaanderen bevind je je al snel alleen… »
Op het veld is hij dat alvast niet. « Ik was vooral goed omringd met Jean Nicolay en daarna Christian Piot in doel, Beurlet, Jeck en Thissen in verdediging en Louis Pilot als buffer ervoor. Dat was best een indrukwekkende fysieke présence. Met deze spelers kon je echt naar de oorlog. » Zoveel persoonlijkheden, dat geeft natuurlijk ook af en toe vonken. Zoals in de herfst van 1968, wanneer de muren van kleedkamers op Elland Road daverden tijdens een woede-aanval van Jean Nicolay op Dewalque, toen die volgens de doelman net teveel aarzelde bij een tegendoelpunt waardoor de Engelsen zich wisten te kwalificeren (0:0 en 2:3)
Inmiddels was Nico Rode Duivel geworden – een debuut op 28 oktober 1967 in Nantes (1-1) voor de kwalificatie van het Italiaanse EK van 1968 – en nam hij deel aan WK Mexico 1970, de kwalificaties van het EK 1972 (hoewel hij de kleine finale beleefde vanuit de tribunes van … Sclessin) en vooral de twee legendarische 0-0 tegen het Nederland van een zekere Johan Cruijff, toekomstig finalist van de Duitse Weltcup 1974 (1- 2 tegen West-Duitsland).
Ook met de Rouches begon hij teamsuccessen te boeken. Zo won hij 1966 de Belgische Beker eigenhandig door het enige doelpunt te scoren tegen Anderlecht (1:0), en een jaar later was het opnieuw prijs in de beker door KV Mechelen opzij te zetten (3:1). Maar ook in de competitie loopt het als een trein, en noteert Standard drie titels op rij (!) in de periode van 1969 – 1970 – 1971. Europees haalt men tweemaal de kwartfinale waarna men eruit ging tegen Leeds in 1970 en Inter Milaan in 1972.
Zijn relatie met Roger Petit – de toen almachtige algemene secretaris en bijzonder invloedrijk op Belgisch en Europees vlak, verliep niet altijd vlekkeloos: « In 1968 bood Milan me een tweejarig contract aan. Ze legden een miljoen Belgische frank op tafel, zodat ik een jaar lang niet ergens anders zou tekenen, terwijl ik op dat moment 1,2 miljoen BEF verdiende bij Standard. Toen kwam er interesse vanuit Spanje met Palma de Mallorca, Real Madrid en Barcelona. Ik kon er twintig keer meer verdienen dan wat ik in Luik had, maar de Iberische grenzen zijn nooit open gegaan tijdens deze pre-Bosman periode … »
Een reputatie voor grote mond die hij nooit heeft willen ontkennen. Zelfs … vandaag niet: « Ik heb altijd gezegd wat ik dacht. Ik ben altijd een goede klant geweest voor de journalisten. Ik zei tegen Petit: “Geen enkele leider ter wereld kan me het zwijgen opleggen …”. Het maakte geen vrienden en ik betaalde er soms de prijs voor… » Aan het begin van het seizoen 72/73 kondigden we zelfs zijn vertrek aan: « Ik heb sommige uitspraken na onze finale tegen Anderlecht niet op prijs gesteld. Ik wilde echt vertrekken … maar er was geen bod van andere clubs. Petit zat hierdoor in een sterke positie (nvdr. Het Bosman-arrest komt er pas 23 jaar later), hij wilde me nooit een loonsverhoging geven. In die tijd waren we levenslang verbonden aan een club. Uiteindelijk kwamen we overeen dat ik slechts zes trainingen per week zou doen zodat ik ook kon werken in het bedrijf van mijn vader. »
Zijn passie voor voetbal kent nochtans grenzen: « Ik ben nooit een grote fan van voetbal geweest, maar ik hield wel van het spel en de geur van de competitie. Toen de coach me de opdracht gaf om naar de tegenstander te kijken of het nu Pele, Eusebio, Rivera of Müller was, moest ik soms vragen over welke speler het juist ging (lacht) … » Na de gouden jaren (driemaal kampioen en twee bekerfinales) gaat het team door een moeilijkere periode: « Ondanks de titels heb ik altijd spijt gehad van het vertrek van Roger Claessen naar Duitsland. Met Roger hadden we een Europese beker kunnen winnen. Er was een goede basis maar het stapje ontbrak steeds… »
Het was in 1976 dat zijn avontuur op Sclessin eindigde na 389 officiële wedstrijden – waaronder 40 in de Europa Cup – en 26 doelpunten. Een chaotisch einde achter de schermen trouwens met niet minder dan 5 trainers (Markovic, Bulatovic, Van der Hart, Leduc en Lempereur) tussen juli 1973 en juni 1976. Vlak voor de komst van een zekere Robert Waseige (1976-1979) voor de eerste van zijn drie periodes op Sclessin.
« Ik wilde nog steeds op het hoogste niveau spelen. Ik was pas 31 jaar. Maar mijn vader – die zoveel voor me had gedaan – vroeg me om niet te ver te gaan. Hij heeft een cheque voor me uitgeschreven om mijn contract bij Roger Petit af te kopen. Die belde dan heel droogjes de bank om te vragen of die cheque wel gedekt was. Een handdruk, tot ziens en zelfs geen dank je na 13 seizoenen in het eerste elftal! » En Nico vertrok richting … RFC Liegeois.
Met zijn overstap van Sclessin naar Rocourt verloor hij tevens zijn status als een Rode Duivel, na 33 caps: « Van een gevecht voor de titel ging ik plots over naar spelen voor het behoud... » Maar het is vooral de passage tussen Raymond Goethals en Guy Thijs die het sportieve lot van de libero beslistte in het voordeel van de Bruggeling Erwin Van den Daele.
Daarna keerde Nico terug naar Zichen-Zussen-Bolder (1979-1981) om te eindigen bij Vlijtingen Vlug en Vrij (1981-1983) voordat hij uiteindelijk zijn shoes ophing in 1984 op 39-jarige leeftijd bij FC Hedra Herderen. Hij zou éénmaal een avontuur proberen als coach, verleid door het project van ACHE, maar de puinhoop was er te groot.
En toen we hem ontmoetten, tijdens de Football-Cyclisme beurs georganiseerd door William Waseige, de zoon van Robert, in Bressoux, kon hij zich vergewissen van zijn in tact gebleven populariteit , samen met zijn vrienden Léon Semmeling en Henri Depireux. Zijn best herinneringen? « Als ik drie momenten moet onthouden, denk ik aan onze drie wedstrijden tegen AC Milan (1), onze overwinning in Madrid (2) en mijn doelpunt in de finale van de Belgische beker tegen Anderlecht (3) … »
(1) In de kwartfinales van de Europese beker der bekerwinnaars sleepte Standard tegen het grote AC Milan (Cudicini, Schnellinger, Rivera, Hamrin, Prati, enz …) een onderlinge testwedstrijd uit de brand, na twee gelijke spelen. Een wedstrijd die gespeeld werd op het veld van Milan, de latere winnaar van de competitie. Normaliter beslist een onschuldige hand over de locatie van zulke testmatch, maar de legende wil dat Roger Petit het thuisvoordeel verkocht, en met dat geld Wilfried Van Moer aantrok, die de club naar nieuwe hoogtes zou brengen.
(2) In 16e finales van de Europese beker der bekerwinnaars stuurde Standard het almachtige Real Madrid naar huis. Op Sclessin wonnen de Rouches met 1-0 via een doelpunt van Erwin Kostedde. In Madrid gingen de Rouches aan de haal met een fenomenale 2-3 winst na doelpunten van Louis Pilot, Henri Depireux en Milan Galic. Coach René Hauss speelde toen met Piot, Beurlet, Jeck, Dewalque, Thissen, Pilot, Van Moer, Depireux, Takac, Cvetler en Kostedde (Galic 69’).
(3) Op 8 juni 1966, in het Heizelstadion (32.452 toeschouwers), biedt het doelpunt van Nicolas Dewalque in de 32e minuut de Belgische beker tegen de grote rivaal (1-0) uit Brussel. Michel Pavic speelde met Dignef; Vliers, Van Schoonbeek, Dewalque, Spronck, Beurlet, Pilot, Semmeling, van den Berg, Wegria en Paeschen.
(c) Christian Raspiller – Oktober 2019
Geboorte: 20 september 1945, te Zichen-Zussen-Bolder
Nationaliteit: België
Positie: Verdediger
Aangesloten bij Standard : 1 juli 1962 – 30 juni 1976
Trofeeën met Standard: 3x kampioen van België (1969, 1970, 1971), 2x beker van België (1966, 1967), 1x ligabeker (1975)
Internationale wedstrijden / doelpunten: 33 / 0
Carrière
Jeugdopleiding
1961 – 1962
1962 – 1963
S.C. Zichen-Zussen-Bolder (5845)
Royal Standard Club Liégeois
A-kern
1963 – 1976
1976 – 1979
1979 – 1981
1981 – 1983
1983 – 1984
Royal Standard Club Liégeois
Royal Football Club Liégeois (4)
S.C. Zichen-Zussen-Bolder (5845)
Vlijtingen Vlug en Vrij (5776)
Football Club Herda Herderen (5708)
Trainer
1998 – 1999
A.C.H.E. (4286)
Statistieken
Wedstrijden
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
296
37
16
40
Doelpunten
Belgisch kampioenschap
Beker van België
Ligabeker
Europees
16
4
1
5